Enka II
- ontwerp - realisatie 2009 - 2019
- stedenbouw AWG Antwerpen, Lodewijk Baljon
- opdrachtgever AM Wonen Utrecht
- aannemer van Wanrooij Gennep
- locatie Ede
Van onze opdrachtgevers AM Wonen / ASR kregen wij in maart 2014 de vraag om voor de deelgebieden D en E van het masterplan voor het Enka terrein in Ede een ‘beeld catalogus’ te maken waarmee het verkavelingsplan vertaald zou kunnen worden in een architectonische uitwerking.
De ‘Anker-bouwdozen’ waren voor ons de inspiratiebron om de ‘bouwdoos’ waarmee in de Enka D en E straatwanden, twee-, drie-, vier en vijfblokken ontworpen en gebouwd kunnen worden. De Anker bouwdoos werkt niet met abstracte blokken, zoals de speel bouwdozen in onze tijd, maar met architectonische (stijl) elementen. Delen die samengevoegd in gehelen een karakter uitbeelden.
Geen wanden, kolommen, architraven en bogen, maar bouwelementen waaruit een huis en vervolgens een woonblok bestaat. De samen te stellen onderdelen dienen altijd passend en koppelbaar te zijn. Binnen de afzonderlijke onderdelen kan naar believen gevarieerd worden. Daarnaast is ook een leidend motief nodig, dat de onderdelen samenbindt. Dat is de overstekende dakrand met blok goten.
Een wissel in het karakter van de laan
De afzonderlijke deelgebieden van het Enka terrein worden verbonden door een laan. De Enkalaan scheidt het ‘fabrieksdeel’ van het ‘tuinwijkdeel’ en streeft een statig karakter na, in overeenstemming met de grotere schaal van de overgebleven fragmenten van de oude fabriek en de nieuwe invullingen die daaraan toegevoegd werden. Het ‘tuinwijkdeel’, een vervlechting van wonen in hoven en losser gesitueerde woningen langs de Bosrand, staat meer onder invloed van de bosrijke Veluwezoom. De laan de doorloopt in de deelgebieden D en E zal een ander karakter krijgen dan de inmiddels afgebogen Enkalaan. Een breder en ‘luier’ profiel en een meer landelijke sfeer. Geen hogere accenten meer op de hoek van de straat, eerder het tegenovergestelde. De voortuinen worden dubbel zo diep. De groenaanplant verschilt van die van de afgebogen laan. De invloed van de fabriek wordt steeds minder, die van de Veluwezoom steeds groter. De architectuur van de huizen verandert mee van karakter. Het horizontale krijgt de overhand en de dakvlakken lopen laag door, de goten steken breed over. De Twee en drieblokken, die aan de bosrand komen, refereren aan de landhuizen in het vooroorlogse Ede, die rijk ingebed achter een haag in het groen staan.
Vaak krijgen we de aanbeveling mee: ‘De consument wilt graag een huis dat lijkt op een 30-er jarenhuis’. De voorbeelden die we dan gerealiseerd zien worden kunnen maar zelden de vergelijking doorstaan. Het is een armoedige variant die de charme van het royale en het ambachtelijk van zijn voorgangers ten ene male mist. Willen we de 30-er jaren daadwerkelijk als inspiratiebron gebruiken, dan moeten we eerst de kenmerken ervan bestuderen en doorgronden, om iets soortgelijks te kunnen realiseren met de gerationaliseerde bouwproductie van onze tijd. De crowdsourcing die AM / ASR lieten uitvoeren bracht een opmerkelijk huizenblok als favoriet naar voren. Het blok bevat een overzichtelijk aantal woningen. Vormt een eenheid en drukt een zekere welvarendheid uit in materiaal en in detail. De individuele woning is duidelijk herkenbaar in de entree die gekoppeld is met een erker. De doorgaande reeks slaapkamerramen, samengebonden tussen horizontale banden, drukken het collectieve uit. Een gezamenlijke representativiteit. Dat wordt incidenteel doorbroken door opmerkelijke ronde ramen waar het oog op valt.
De vijf percelen worden opgebouwd met een begin, een midden en een einde. Kop-romp-staart. De gevelopbouw wordt op analoge wijze uit drie delen opgebouwd: basement, opstand en fries, als afsluiting onder het dak. De kopgevel is plastisch even sterk ontwikkeld als de voorgevel en geeft het blok de alzijdigheid van een groot vrijstaand landhuis. Het geeft tevens een aangename asymmetrie aan een anders zo strenge symmetrische compositie. Dan zijn er nog de kleinere elementen die een aangename schaal aan het blok geven zoals de luifel, de dakkapel en de schoorsteen. Het lage tuinmuurtje markeert de grens tussen voortuin en straat en onderstreept met een robuust tuinhekje; het individuele versus het collectieve nog een keer. Het blok als totaliteit, waarin het individuele en het collectieve tegelijk afleesbaar zijn, alsmede het principe van de driedeling: Begin, midden en einde maken we tot uitgangspunt van onze catalogus.
Data:
duurzaamheid: hoogwaardige schil met warmtepomp, wtw